Lekker vrij spelen
“De BSO is echt mijn ding”, vertelt Dave. “De dagen dat ik op school werk, combineer ik met de middagen op de BSO. Op de BSO ben ik eigenlijk ook gymdocent; ik organiseer de gymlessen voor de diverse BSO-groepen. In de winter mogen we gebruikmaken van de gymzaal van de school. In de zomer gaan we lekker naar buiten. Spelletjes verzinnen, voetballen, stoeien op de mat of tikkertje spelen… de kinderen vinden alles leuk. Het is belangrijk dat ze na een drukke schooldag lekker vrij kunnen spelen en hun energie kwijt kunnen. Dan zie je ze genieten. En daar geniet ik weer van.”
De ultieme waardering
Werken met kinderen ervaart Dave als de ultieme waardering voor zijn inzet. “Wat ik zo tof vind aan kinderen, is dat ze altijd eerlijk zijn. Vinden ze het leuk wat je doet of organiseert? Dan merk je dat gelijk aan hen. Vinden ze het niet leuk? Dan hoor je dat ook wel”, lacht Dave. “Maar dat komt vrijwel nooit voor. De kinderen hebben er altijd zin in en zijn blij dat ik er ben. Als ik een nieuw spel bedenk waar ik erg enthousiast over ben en ik zie dat het net zo aanslaat bij de kinderen, dan voelt dat goed. Voor mij is dat het allerleukste wat er is. Mijn baan voelt niet als werken; ik ben gewoon lekker bezig. Ik vind het heerlijk!”
Bijdragen aan de ontwikkeling
“In onze groep heeft iedere collega zijn eigen kwaliteiten”, zegt Dave. “Wat je goed kunt, wordt benut. Ik houd ervan sportief bezig te zijn en kan daar mijn energie in kwijt. Er zijn ook collega’s die erg creatief zijn; zo vullen we elkaar mooi aan. En als je een idee hebt voor een nieuw spel of een activiteit, dan is daar altijd ruimte voor.” Samen zorgt het team ervoor dat de kinderen het naar hun zin hebben op de BSO. “Dat is mijn doel waar ik me iedere dag voor inzet. En dat gaat veel verder dan alleen wat drinken en buitenspelen na schooltijd”, legt Dave uit. “Ik probeer er iets speciaals aan toe te voegen. Dat maakt het werken met kinderen uitdagend. Ik wil graag bijdragen aan hun ontwikkeling. Ik hoop dat als een kind mij over twintig jaar nog eens tegenkomt, dat hij of zij dan denkt: “Hé, dat is meester Dave van de BSO. Dat was toen een mooie tijd!”